Zieke kinderen

Zieke kinderen

Zieke kinderen in het kindercentrum
Een kindercentrum is niet berekend op de opvang van zieke kinderen. Ziekte is echter een rekbaar begrip waardoor soms discussies ontstaan of een kind met ziekteverschijnselen wel naar het kindercentrum mag of thuis moet blijven. Bij de beslissing hierover zijn twee aspecten bepalend: namelijk het welbevinden van het zieke kind zelf en de gezondheid van de andere kinderen van de groep. Welbevinden van het zieke kind: Een kind dat hoge koorts heeft regelmatig overgeeft of pijn lijdt, zal zich niet prettig voelen in een groep. Het heeft behoefte aan rust, verzorging en extra aandacht en kan het beste in een huiselijke omgeving worden opgevangen. Daarentegen kan een kind met lichte ziekteverschijnselen zoals een snotneus of huiduitslag meestal wel meedoen in de groep. Het ongemak dat het van deze verschijnselen heeft hoeft op het kindercentrum niet erger te zijn dan thuis.

Wat is ‘ziek’ zijn? Kinderen zijn ziek als:
– Lichaamstemperatuur van het kind boven 38,5 graden koorts heeft;
– Het kind 1-op-1 aandacht van de leidster nodig heeft;
– Als een kind besmettelijke ziekte heeft zoals waterpokken.

Bij koorts wordt opgemerkt dat dit zeer kind afhankelijk is. Het ene kind voelt zich met een lichaamstemperatuur van 38 graden niet lekker, terwijl een ander kind bij een lichaamstemperatuur van 39 graden nog lekker aan het spelen is. Sommige kinderen hebben vaak verhoging, andere kinderen hebben nooit koorts. Bij het bekijken of een kind op het kinderdagverblijf mag blijven of kan komen, wordt in eerste instantie uitgegaan van de lichaamstemperatuur, maar er wordt ook gekeken naar het kind. In principe moeten kinderen met een temperatuur boven de 38,5 graden opgehaald worden!

Een kind dat 1-op-1 aandacht nodig heeft, voelt zich niet lekker, om wat voor reden dan ook. Er wordt verondersteld dat kinderen zich in een dergelijke situatie thuis het beste op hun gemak voelen en kunnen rusten of beter worden. Bovendien vindt op een kinderdagverblijf groepsopvoeding plaats en is er derhalve geen mogelijkheid om een kind gedurende de hele dag 1-op-1 aandacht te geven.

Bij besmettelijke ziekten wordt in principe de regel gehanteerd dat een kind niet naar het kinderdagverblijf kan komen in verband met besmettingsgevaar voor andere kinderen.

Bij onderstaande ziekten kan het kind niet naar het kinderdagverblijf komen:
– Diarree en overgeven dit i.v.m. besmetting andere kinderen en personeel.
– Krentenbaard, tenzij de plek goed afgedekt kan worden met steriel gaas en kleding.
– Hoofdluis tot de hoofdluis geheel verdwenen is.

(indien een broertje/zusje hoofdluis heeft, wordt van de ouders verlangd dat zij het kinderdagverblijf daarvan op de hoogte brengen)